erik jansen lector portretfoto

De sociale kant van wijkgerichte energietransitie

In 2021 moet elke gemeente per wijk een plan hebben om de huizen van het gas af te krijgen en naar duurzame energie over te gaan. In 2050 hebben de woningen in Nederland geen CO2 uitstoot meer. “Qua techniek zijn we er klaar voor en de financiën zijn wel te regelen. Maar als we geen aandacht hebben voor de sociale kant, gaat deze energietransitie niet lukken,” vindt Erik Jansen, Associate Lector Capabilities in Zorg en Welzijn.

Onlangs organiseerde de Zorgalliantie samen met HAN University of Applied Sciences en Radboud Universiteit een verhelderingskamer Wijkgerichte Energietransitie. Participanten van de Zorgalliantie waren uitgenodigd om mee te denken over een onderzoek over de wijkgerichte energietransitie. Erik: “In dit geval zijn we vooral met de woningcorporaties in gesprek gegaan. Zij staan te trappelen om aan de slag te gaan met duurzaam maken van hun woningen.”

Waarom deze energietransitie?
Nederlandse huishoudens moeten van het aardgas af om een belangrijk deel van de CO2-reductie in de klimaatdoelen te bereiken. De energietransitie is het omschakelen van fossiele brandstoffen, denk aan olie, aardgas en steenkool, naar duurzame energie. Naar schatting 6 miljoen bestaande woningen hebben een alternatief voor een cv-ketel nodig. Fossiele energiebronnen hebben veel nadelen: ze zorgen voor veel schade aan natuur en milieu en het losgekomen fijnstof is slecht voor de gezondheid. Daarnaast moet de energietransitie ervoor zorgen dat die klimaatverandering zoveel mogelijk wordt afgeremd. Vanuit het zwaartepunt Sustainable Energy and Environment (SEE) doet de HAN met partners onderzoek naar de maatschappelijke kant en alternatieven voor de huidige energievoorziening in woningen.

Ethische kant van het energievraagstuk
“Voor we aan de slag gaan, is het belangrijk om de vragen te verhelderen die vanuit de verschillende perspectieven omhoogkomen. Dit helpt om scherp te krijgen wat het betekent als we de vraag stellen hoe we mensen van het aardgas af willen krijgen,” licht Erik toe. “Tijdens de verhelderingskamer kwamen we tegen dat onze onderzoeksvragen een ethische dimensie missen, terwijl dat misschien wel de grootste uitdaging geeft. De waaromvragen zoals: waarom moeten we van het aardgas af? Waarom moet ik mijn huis aanpassen? Nu gaat het vooral over vragen over financiën: wie gaat het betalen? Hoe zetten we de techniek in? De sociale component mist.”

De betrokken woningcorporaties aan de verhelderingskamer hebben een speciale rol in de energietransitie. “Ze gaan immers over duizenden woningen met duizenden huurders,” legt Erik uit. “Het energieneutraal maken van deze huizen is voor hen een enorme klus. Zij hebben de technische haalbaarheid en kosten al duidelijk in beeld, maar zitten in de wacht, omdat overheid en politiek naar hun mening nog niet doorpakken. Én omdat er weinig aandacht is voor sociale kant. Wat betekent de energietransitie voor hoe wij denken? Welke vragen leven er als het gaat over verandering? Niet alle huurders staan te springen om een energie-neutrale woning. Want de energietransitie, dat betekent verandering en daar houden mensen niet zo van.”

Veranderingen spannend voor huurders
“Ze moeten bijvoorbeeld op een andere manier gaan ventileren, door isolatie is het niet meer nodig de verwarming zo hoog te zetten, met een warmtepomp kan het even duren voordat het water warm is. En wat dacht je van koken op elektriciteit?” legt Erik uit. Die veranderingen vinden ze spannend, vertellen de medewerkers van de woningcorporatie. Ze zien regelmatig huurders die niet mee willen doen met de omzetting naar meer duurzame woningen. Erik: “Je zou denken, waarom willen de huurders dit niet? Het scheelt ze jaarlijks zoveel geld als ze hun woning energieneutraal laten maken. Waar zit dan de belemmering? Dat moeten we uitzoeken.”

Een paar voorbeelden weet Erik wel: “De angst om iemand binnen te laten. En vragen als: zijn die nieuwe apparaten wel zo veilig? Kunnen de woningcorporaties dan meekijken in ons huis? Ze vertrouwen het niet. Mensen maken geen keuzes op basis van alleen rationele economische redenen, ze maken ze op basis van emotionele waarden.”

Inspelen op behoeften en prioriteiten bewoners
“Ook is het lastig om kwetsbare mensen mee te nemen in deze verandering. Ze hebben andere prioriteiten en problemen in hun leven, denk aan gezondheidsproblemen of schulden, ze zijn niet bezig met de CO2-uitstoot. Soms begrijpen ze niet waarom de energietransitie nou zo belangrijk is. Daarom richt ons onderzoek zich momenteel ook op de verhalen van bewoners. Hoe kijken zij naar het leven? Hoe benaderen we ze? Het is essentieel dat we ze meenemen in plaats van ze te overtuigen. Je zult ze moeten bereiken waar het knelpunt zit. Wat vinden ze belangrijk, wat houdt hen bezig? Wat zijn voor hen slimme oplossingen?  Zitten ze met de kosten? Leg de besparingen uit. Als ze de boel niet vertrouwen, laat dan zien hoe er gemeten wordt. Als één van de buren het al niet vertrouwt, kun je het vaak vergeten om de wijk mee te krijgen in deze transitie. Dus moeten we kijken wat de wijk wil” vertelt Erik. “Oog hebben voor een ander is noodzakelijk om de energietransitie te doen slagen.”

Belang duurzaamheid voor onderwijs
“Laten we in gesprek met elkaar daarom telkens beginnen met de vraag: hoe belangrijk is energie in jouw leven? De meeste mensen beantwoorden die vraag met ‘energie is vanzelfsprekend’.  Nu moeten we juist het duurzaam omgaan met energie ook zo vanzelfsprekend gaan vinden. Iedereen in de samenleving,” vindt Erik. “De energietransitie raakt namelijk twee van de belangrijkste vraagstukken van vandaag de dag: duurzaamheid en groeiende ongelijkheid. Concreet de vragen: wat is er aan hulpbronnen beschikbaar en hoe worden die hulpbronnen (of de opbrengsten daarvan) in de samenleving verdeeld? Deze vraagstukken zijn zo belangrijk voor onze toekomst, dat we ze meer centraal moeten zetten in het curriculum. Want alleen als we fundamenteel naar de energietransitie kijken, brengen we echte verandering teweeg.”


Hoe nu verder?
Samen met onderzoekers van de HAN en Radboud Universiteit wordt Group Model Building ingezet om alle oorzaken en gevolgen van het vraagstuk rondom de wijkgerichte energietransitie in kaart te brengen. Door het maken van een kringloopdiagram (Causal Loop Diagram of CLD) worden circulaire verbanden in beeld gebracht. Samen met een groep bepaal je de factoren die van invloed zijn op een situatie of probleem. Vervolgens wordt een model gemaakt van de samenhang van die factoren. Daarbij zoekt men naar wat de kwestie versterkt en wat een afremmende werking heeft. Op dit moment brengt de Zorgalliantie samen met de HAN en participanten een dergelijk diagram in kaart bij verschillende woningcorporaties. 

Meedenken over dit onderwerp? Neem contact op met het programmateam via het contactformulier.