Collectieve woonvormen: de toekomst!
“Hoe (en waar) willen we in de toekomst wonen? Dat houdt mij en mijn collega’s steeds meer bezig als we kijken naar de toekomstige woningopgave”, vertelt Hans Vedder, directeur-bestuurder van woningcorporatie Goed Wonen in Gemert. De woningcorporatie heeft de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met meer collectieve woonvormen. “Een gemeenschappelijke wasmachine is niet alleen praktisch qua woonruimte, maar ook een ontmoetingsplek.”
“Er zijn vele trends te bespeuren: van gebruik naar bezit, meer nadruk op circulariteit, duurzaam gebruik van ruimte en middelen naar meer nadruk op krachtige gemeenschappen (einde van het individualisme?). Dat vraagt om andere woonvormen en collectieve woonvormen horen bij die toekomst”, begint Vedder zijn verhaal.
Gerarduskerk: van wonen aan een plein, naar wonen in het park
De Gerarduskerk in Gemert is een nieuw project van Goed Wonen Gemert. Ze verbouwen een leegstaande kerk tot een appartementencomplex voor eenpersoonshuishoudens. “We zien namelijk dat het aantal alleenstaanden in de toekomst enorm groeit, terwijl we vooral eengezinswoningen hebben” vertelt Hans Vedder. “De Gerarduskerk heeft een belangrijke betekenis voor veel mensen in de omgeving. Ze zijn er getrouwd of hebben er bijvoorbeeld hun ouders begraven. Het is een plek met emotie. Zoveel herinneringen, daar willen we wat moois van maken. Met de toekomstige bewoners van de kerk zijn wij in gesprek over hoe zij de woonomgeving graag willen.” Daarnaast was de kerk een belangrijke ontmoetingsplaats en die ontmoeting tussen mensen willen we nadrukkelijk een plaats geven.
Delen van de wasmachine en keuken
De toekomstige bewoners van de kerk stappen uit hun comfortzone; ze kijken of ze bepaalde onderdelen van wonen collectief kunnen maken. “Zoals bijvoorbeeld de wasmachine. In andere landen is dat meer gemeengoed, maar hier moeten mensen wennen aan het idee. Als de wasruimte gezamenlijk is, betekent dat in feite dat je niet meer in elk appartement een wasmachine nodig hebt”, vertelt Vedder. En dat scheelt ruimte in de sociale huurwoningen van de alleenstaanden.
Soms wel grotere keuken of een logeerkamer nodig
Een ander voorbeeld dat Vedder noemt, is het formaat van de keuken in een woning. “Een gewone keuken is voor een alleenstaande vaak te groot. Een tweepits inductiekookplaat is meer dan voldoende. Althans 80% van de tijd. Er zijn ook momenten dat bewoners graag meer willen. Bijvoorbeeld als je vrienden op bezoek krijgt en uitgebreid wilt koken. Maak je dan in elk appartement een keuken die pakweg 20% van de tijd zo gebruikt wordt? Dat kost ruimte en geld. Of zorg je ervoor dat in elke woning een kleine keukenvoorziening zit en op een andere plek in het complex een keuken van formaat, waar je ook vrienden kunt ontvangen?”
Het zijn ideeën die de toekomstige bewoners zelf aandragen. Vedder: “Zo kun je ook logeerkamers collectief maken. Of je maakt een fietsenwerkplaats in plaats van een berging voor iedereen. Zo zijn er veel mogelijkheden om een kleiner appartement te maken, maar er wel voor te zorgen dat op het moment dat de huurder dat wil, je het kunt opschalen. Dat het gemeenschappelijke privé kan worden.”
Toekomstige bewoners bepalen
De bewoners die nu meedenken hebben de belofte gekregen dat zij uiteindelijk in het pand mogen wonen. Daarom bedenken zij welke woonwensen ze privé en welke collectief willen hebben. Voor dat gesprek heeft Goed Wonen Gemert de plaatselijke welzijnsorganisatie ingeschakeld. Vedder: “Agogische medewerkers zijn nu bezig om samen met de toekomstige bewoners te kijken naar welke ruimtes ze nodig hebben. Waar moeten die komen? En hoe ga je met elkaar samenleven? Welke afspraken maak je over de collectieve ruimten? Daar willen we ons niet tegenaan bemoeien, dan krijgt de collectiviteit een prijs en dat geld hebben ze niet.”
Samen in gesprek over woonwensen
Collectieve woongebouwen, in de grote steden en in Scandinavië, zijn de gewoonste zaak van de wereld. Goed Wonen Gemert probeert het kleinschalig in Gemert. “Wij willen de bewoners graag uitdagen om de flexibiliteit van geest te hebben en de creativiteit te ontwikkelen om hun woonwensen uit te werken. Dat is soms lastig. Als je niet weet dat dit soort woonvormen of mogelijkheden er ook zijn, dan kom je er niet op”, legt Vedder uit. Daarom brengen de bewoners hun woonwensen in kaart en gaan ze in gesprek over voorbeelden. “Ze staan ervoor open.”
Veilig wonen
“Zeker voor mensen op leeftijd, die aanhikken tegen het onderhoud van een grote woning en tuin, is een collectieve woonvorm een oplossing”, vertelt Vedder. In Samen’Thuis, een gerealiseerd project van Goed Wonen in Gemert, wonen 9 ouderen zelfstandig. “We hebben 5 appartementen boven en 5 beneden en van 1 appartement hebben we een collectieve ruimte gemaakt. De woningen werden door ons gestoffeerd en de gemeenschappelijke ruimte is uitgerust met een grote keuken. De slaapkamer is een logeerkamer voor bezoekers van huurders.”
Het delen van de wasmachine, het was een voorbeeld waar Vedder in dit project al tegenaan liep. “Mijn collega’s verklaarden mij voor gek: dat doen ze toch niet hun onderbroeken wassen in een wasmachine van iemand anders? En inderdaad, er kwamen 9 wasmachines de trappen op. Totdat er op een gegeven moment een kapotging. Nu wordt de gezamenlijke wasmachine door iedereen gebruikt.” Vedder is trots op het project, de bewoners voelen zich er prettig en veilig. “Het achter een tweede deur, dicht bij elkaar wonen, geeft ze een veilig gevoel. Het is een succes, meerdere dorpskernen rondom Gemert zeggen: ‘Ik wil ook zo’n Samen’Thuis!’”
Ontmoetingsplek
Het probleem van woningnood en de vraag naar duurzame oplossingen, maakt volgens Vedder de stap naar collectieve woonvormen logischer. “Het is natuurlijk veel makkelijker om het materiaalgebruik aan te passen bij kleinere keukens en één hele grote, dan dat je overal middelgrote keukens plaatst”, legt Vedder uit. “We schatten in dat er behoefte is, zeker op de lange termijn, naar nieuwe vormen van wonen. Waarbij er wel duidelijk een privé blijft, het is geen woongroep. Daarom is het ook belangrijk dat je de winst laat zien aan de bewoners. Dat is nog weleens lastig, omdat het soms lijkt alsof er iets wordt afgenomen, maar eigenlijk krijg je er iets bij. Een vriendengroep van 10 personen past ook niet in de keuken van een (simpele) eengezinswoning. Maar in een collectieve ruimte kan dat wel standaard. Een extra kwaliteit.” Daarnaast roemt Vedder de ontmoetingsfunctie van zo’n collectieve ruimte. “Je hoeft niets te organiseren, ze komen elkaar tegen bij de wasmachine of in de keuken, het gebeurt vanzelf.”
Publieke tuin
Dat de scheiding tussen privaat en publiek steeds meer vervaagd, ziet Vedder als een pluspunt. Hij geeft als voorbeeld een appartementencomplex in Berlijn (“de grote stad loopt dan toch voorop”) waar de tuin op de begane grond, een publiek park werd. Vedder: “De eerste anderhalve meter van de tuin, is privé van de bewoner. De rest van de tuin is voor iedereen. Het heeft dan ook met fatsoensregels te maken dat niet iemand pal voor je deur gaat zitten, maar de hybride verhouding tussen privaat en publiek gebruik spreekt mij erg aan.”
Jongeren koken voor oudere huisgenoten
Een andere manier van ontmoetingen stimuleren, gebeurt in woonlocatie De Berken in Milheeze. Net als bij veel andere voormalige verzorgingshuizen, kreeg De Berken een nieuwe bestemming. Goed Wonen Gemert en Peel Zorg Brabant gingen aan de slag met een nieuw concept. “In de zelfstandige woningen wonen nu niet alleen ouderen, maar ook jongeren. Jongeren die een vrijetijdsbesteding aangeboden krijgen en tegelijkertijd zelfstandig leren wonen. Van de gemeenschappelijke ruimte, zoals de keuken, hebben ze een project gemaakt. De jongeren koken nu voor hun oudere medebewoners. Omgekeerd leren de ouderen de jongeren hoe ze een huishouden moeten voeren. Het is leuk om te zien hoe de jongeren en ouderen met elkaar mixen”, vertelt Vedder.
Collectief wonen: de toekomst
Vedder ziet wel toekomst voor collectief wonen. “Ik denk dat het belangrijk is om het kleinschalig te houden, die mazzel hebben we dan wel in Gemert. Het moet vertrouwd aanvoelen, dan durf je het wel aan. We moeten de sprong in het diepe wagen met elkaar”, eindigt Vedder zijn verhaal.
Thema Collectieve Woonvormen
Durf jij het aan? Bekijk onze themapagina over collectieve woonvormen.
Zorgalliantie als kennispartner
Aantrekkelijk als kennispartner Goed Wonen Gemert is al sinds 2015 aangesloten bij de Zorgalliantie. En nog steeds ziet Vedder de meerwaarde. “Het is interessant om een relatie te hebben met een kennispartner die in het interdisciplinaire zit. Steeds meer vraagstukken gaan over leefbaarheid en de samenleving, daarin optrekken met een kennispartner is heel aantrekkelijk.” Sowieso het feit dat de HAN aangesloten is, spreekt Vedder heel erg aan. “Een hogeschool is toch meer op de praktijk gericht dan een universiteit. De onderzoeken van studenten, de pressure cooker, ik zie daar het effect van in mijn organisatie. Het geeft enorm veel energie.”
Laagdrempelige activiteiten
Ook waardeert Vedder de tribuneactiviteiten: “De toegang is heel laagdrempelig, dat vind ik fijn. En je komt uit je eigen comfortzone, dat je ook bij andere organisaties kijkt en niet alleen in de volkshuisvestelijke wereld.” Vedder heeft ook goede herinneringen aan de bestuurdersreeks De Stoel: ‘Bent u er nog in 2020?’ Vedder antwoordt lachend: “Ik ben de enige die er nog is. Ik vond het heel interessant om met zorgbestuurders van andere disciplines vraagstukken te bespreken. Ook al is de inhoud van ons werk anders, een directeur-bestuurder met een raad van commissarissen en een werkorganisatie, daar speelt toch vaak wel dezelfde problematiek.” Vedder is nu in gesprek met de Zorgalliantie om te ondersteunen bij de handelingsverlegenheid van wijkteams. “Ik wil de Zorgalliantie vragen om met zo’n wijkteam aan de slag te gaan, een kennis- of leernetwerk van te maken waarin casussen centraal staan.”