“De behoefte blijft om elkaar te vinden”
“De oprechte aandacht voor elkaar”, dat is wat Fieke van Deutekom, bestuurder van zorgorganisatie Kalorama wil behouden na corona. Aandacht voor collega’s, vrijwilligers, maar bovenal voor de bewoner. “De bewoner en de zorg voor die bewoner staan bij ons centraal. De coronatijd heeft dit alleen maar verstevigd.”
Het is maart 2020, corona bereikt Nederland en zorgorganisatie Kalorama moet al snel de deuren sluiten als er meerdere besmettingen zijn. “Wij zijn fors getroffen in de eerste coronagolf, het was vreselijk”, vertelt Van Deutekom. Bewoners en medewerkers raakten besmet, maar iedereen sprong meteen in de bres. “Er ontstonden veel verbindingen en samenwerkingen, over de teams heen. Iedereen begrijpt dat het welzijn en welbevinden van onze bewoners enorm belangrijk is, dat is waar het in essentie over gaat in de zorg bij ons. Corona heeft dat nog meer duidelijk gemaakt, terug naar de kern, al dat andere is niet zo belangrijk.”
Werken vanuit vertrouwen
Kalorama richt zich als zorgorganisatie op specialistische zorg. Denk aan de zorg voor mensen met doofblindheid, voor mensen met beademing dan wel intensieve zorg, mensen met dementie en revalidatie- en somatische zorg. Daarnaast biedt Kalorama hospicezorg. “De kwaliteit van zorg wordt bepaald door onze medewerkers in relatie tot de bewoners. Daar gaat het om. Het Rijnlands gedachtegoed is onze basis”, vertelt Van Deutekom. “Dit betekent dat we werken vanuit de waarden vakmanschap, vertrouwen en verbinding. Onze teams zijn dan ook zelforganiserend. We vertrouwen op het vakmanschap van onze collega’s en geven hier ook de maximale ruimte voor. Dat helpt ons ook in deze coronatijd.”
Toen bijvoorbeeld na de eerste golf de bezoekers weer mochten komen, was er niet één plan voor iedereen. Elk team keek naar wat ze nodig hadden. “Op welke wijze hielp het hen, hun afdeling, om bezoekers toe te laten”, legt Van Deutekom uit. Bij somatische bewoners, vaak met een lichamelijke beperking, werd het bezoek zeer gemist. Daar wilde de afdeling zo snel mogelijk open. “Maar ook zagen we dat bij mensen met dementie of met problemen in gedrag, meer rust was gekomen. Dat blijkt nu ook uit onderzoek. Er waren bewoners waar het relatief goed mee ging, omdat er rust was op de afdeling. Daar is nu het besef dat niet iedereen zomaar binnen moet komen, de bewoner wóónt daar. Het is zijn huis, zo benaderen we dat nu nog meer.”
Aandacht belangrijk
De eerste golf bracht een hoop verdriet. “Sommige teams zeiden: we hebben ons heel alleen gevoeld. Op het moment dat een afdeling afgesloten was, was dat heel ingewikkeld. We hebben dat ook geëvalueerd, aan de teams gevraagd hoe zij vonden dat het ging, wat ging er goed en wat kon beter. Aandacht voor elkaar hebben is ontzettend belangrijk. Zeker tijdens die momenten.”
Maar er gebeurde ook enorm veel mooie dingen. Zoals buitenconcerten, waar bewoners buiten of vanachter het raam naar keken. Raambezoeken, beeldbellen, de speciale luisterlijn voor familie. Van Deutekom: “Mantelzorgers en familieleden bellen hier naartoe om te horen hoe het gaat op de afdeling, maar ook om zorgen of onrust te delen.”
Het hospice kreeg hulp van medewerkers uit het casino, de achterburen. Studenten geneeskunde sprongen bij, toen de nood het hoogst was. En op de Wolfsberg was zelfs een galafeest met barbecue, uiteraard helemaal coronaproof. ‘Het voelde vandaag voor het eerst alsof ik niet in een verpleeghuis woon’, schreef een bewoner in het Kalorama Nieuws. Een andere bewoner naaide mondkapjes voor het goede doel. En met hulp van studenten van de HAN (via Krachtige Leerkring Brakkenstein), keken bewoners van Veste Brakkenstein samen een film. “Naar omstandigheden, gaat het best goed”, zegt Van Deutekom. “We weten steeds beter met de coronacrisis te dealen. Recentelijk hadden we toch weer een uitbraak, ondanks dat het vaccineren gestart is. Wij zijn in eerste plaats van de goede zorg voor onze bewoners, maar dit vraagt ook onze aandacht. Protocollen die steeds wisselen, de vaccinaties. Dit roept steeds weer nieuwe vragen op. Zoals nu: wat doen we met bezoek dat nog niet gevaccineerd is?”
Contact houden op afstand
Medewerkers zochten verbinding over de eigen teamsgrenzen heen. “Het Centrum voor doofblinden vraagt om een specifieke communicatie. Daar waren veel zieke bewoners, maar ook collega’s werden ziek. Collega’s van de behandeldienst en ondersteuning die gebarentaal kunnen, zijn gaan helpen. Die onderlinge betrokkenheid is geweldig”, vindt Van Deutekom. Zelf probeerde ze ook met de teams in contact te blijven, dat was best ingewikkeld. “Ik ben het gewend om twee keer per jaar met al onze teams in gesprek te gaan, rondetafelgesprekken te houden en we hebben een open organisatieoverleg. Dat kon allemaal niet meer. Vanaf het eerste moment nam ik videoboodschappen op. Soms met informatie, maar vooral om te vragen hoe het met iedereen ging, waar we met elkaar voor stonden. En in alle hevigheid van de eerste golf, liep ik met een collega manager buitenom het gebouw en hebben we via het raam met collega’s gepraat over hoe het met ze ging.”
Digitale verbinding
“De behoefte blijft om met elkaar in verbinding te zijn. Zeker in de zorg is afstand zo onnatuurlijk. In ons Centrum voor doofblinden, gaat het om aanraken en nabijheid, dat is het contact”, vertelt Van Deutekom. Maar toch was ook Kalorama in no-time over naar digitaal werken en stapten over op Microsoft Teams. “Als we met elkaar ergens voor staan, zie je wat er gebeurt. We zijn heel snel digitaal geworden”, vertelt Van Deutekom. In de regio werkt Kalorama samen met alle verpleging en verzorgingsorganisaties, dat gaat nu via Teams. “Je ziet dat de behoefte om elkaar te vinden en samen te werken er is en blijft. Overleggen met de Raad van Toezicht, met samenwerkingspartners, dat vindt allemaal plaats via Teams. En vanaf dag 1, hebben we een appgroep met alle V&V-bestuurders in de regio. Als er ontwikkelingen zijn of vragen spelen, houden we elkaar op de hoogte in die groep. Zo kunnen we elkaar snel vinden.”
Van Deutekom mist wel het non-verbale bij digitaal contact. “Bij sommige gebeurtenissen moet je een andere verbinding maken. Niet alleen ‘ik zie jou en we hebben contact met elkaar’, maar ook dat je elkaar probeert te begrijpen. Dat je luistert naar wat de ander inbrengt en je elkaar daarop vindt. Stagneert er bijvoorbeeld iets in de samenwerking met een andere partij, dan is het wel fijn om ook dat non-verbale te zien. Meer dan alleen de bovenkant, zoals op een scherm.”
Het gaat om zorgen voor
“Ik werk echt in een hele mooie, bijzondere organisatie. Waar het gaat over aandacht voor de bewoner, die staat centraal. De bewoners krijgen zorg en ondersteuning en behouden zoveel mogelijk de regie over hun leven. Maatwerk is de norm. We bieden persoonsgerichte zorg. De kwaliteit van onze zorg zit in de relatie en het contact van mens tot mens. Samen vormen wij Kalorama. Het samen zorgen voor is tijdens de coronatijd verder verstevigd. Dat moeten we vasthouden met elkaar”, besluit Van Deutekom.