Statushouder; ‘toon vooral geen eigen initiatief’

Statushouders, vluchtelingen, huisvesting, AZC ’s,  maandenlang domineerden zij het nieuws. Nu de grootste stroom vluchtelingen voorbij lijkt te zijn, wordt het tijd voor een meer structurele aanpak. Ook binnen de Zorgalliantie staat dit thema op de agenda.

Hans, in de Zorgalliantie heb jij het thema huisvesten van statushouders ingebracht, waarom?
“Al jarenlang huisvest woningbouwcorporatie Goed Wonen statushouders.” vertelt Hans Vedder directeur/bestuurder Goed Wonen Gemert. “Kenmerkend van de situatie van statushouders/asielzoekers is dat door de aanpak van Nederland zij vanaf het moment van binnen komen worden ‘verzorgd’. Ze moeten vooral geen eigen initiatief tonen, er is een verbod op werken, noem het allemaal maar op. Het moet tenslotte wel allemaal binnen onze systemen passen. “

Niet meer zorgen voor, maar zorgen dat
Dit kan en moet anders dacht Hans. “Kenmerkend van deze aanpak is dat de kwaliteiten van de vluchtelingen niet worden benut. Als je eens uit zou kunnen gaan van de bedoeling en de kwaliteiten van de statushouders centraal zet. Je zou dan de aanpak voor wonen, inburgering e.d. gezamenlijk met de statushouder vormgeven. We gaan niet meer zorgen voor, maar zorgen dat…” In de Zorgalliantie wordt nu een pilot gestart waarbij de statushouder zijn eigen woonruimte gaat ontwerpen. Kun je daar iets meer over vertellen? “Er zitten vast bouwkundige of bouwvakkers onder de populatie, er zullen statushouders zijn die kok zijn geweest: zij kunnen op de werkplaats de catering doen en er zullen leraren in de groep zitten: zij kunnen ons helpen hoe we het beste de Nederlandse les kunnen vormgeven. Uitgaande van zo’n werkgemeenschap (een project) ben je met elkaar bezig en leer je spelenderwijs Nederlands, kom je in aanraking met Nederlandse gewoonten en ben je vervolgens aan het werk!” geeft Vedder aan.

Interdisciplinaire samenwerking
Welke bijdrage kan de Zorgalliantie leveren in dit proces? “Voor een dergelijke pilot zijn vele handjes nodig: bouwkunde studenten om te zorgen dat het gebouw in de juiste staat blijft, studenten uit de sociale sector zorgen dat het contact met de buren adequaat verloopt, studenten van de pabo om Nederlands te leren (op de bouwplaats), en studenten van facilitair management ondersteunen het logistieke proces van zo’n project: hoe is het koken geregeld, hoe gaat het met het vervoer, etc. Juist in zo’n pilot komen alle disciplines aan de orde waarbij geen enkele discipline de boventoon kan voeren.“

Systeemwereld loslaten
Andere verschuiving die plaatsvindt is het langer thuis blijven wonen van ouderen. “Door de scheiding van wonen en zorg en het ouder worden van de gemiddelde huurder zie ik dat wij meer dan voorheen vraagstukken op ons bordje krijgen waarbij de inzet zorg- en welzijnspartijen van wezenlijk belang is. Onze contacten met zorg- en welzijnspartijen worden dan ook steeds frequenter. Als corporatie zijn wij niet verantwoordelijk voor de levering van zorg en welzijn, maar we staan wel naast onze huurders en spannen ons in dat die wel geleverd gaat worden. Goede zorg kan immers randvoorwaardelijk zijn om zelfstandig in die huurwoning te kunnen blijven wonen. Dat betekent dat we de wijze van werken zoals is gegeven door de systeemwereld los moeten laten en we ons moeten laten leiden door de leefwereld van de huurder, bewoner en cliënt. Scheidslijnen tussen de organisaties: wonen, welzijn en zorg worden diffuus en zijn niet helpend. Voor de nieuwe generatie professionals staat de bewoner centraal, gaat het om de bedoeling en zal de aanpak meer integraal moeten plaatsvinden in de leefwereld van de bewoner. In de Zorgalliantie ontmoeten die systeemwerelden (de corporatie, de zorginstelling, de welzijnsinstelling) elkaar en  gaan we met elkaar nieuwe wegen ontdekken. We maken geen contracten meer met elkaar maar vormen alliantie waarbij gewerkt wordt volgens de bedoeling: de bewoner is leidend. “aldus Hans Vedder.