Ouderen langer thuis? Verbeter het zorgnetwerk

Ouderen wonen langer thuis, verpleeghuisplekken verdwijnen en er zijn steeds minder professionals. Het zorgnetwerk krijgt een belangrijkere rol in het ondersteunen van ouderen. Wendy Kemper-Koebrugge onderzocht in haar promotieonderzoek het functioneren van zorgnetwerken en de rol van professionals hierbij.

Meer thuis
De bevolking vergrijst. Het aantal ouderen met complexe gezondheidsproblemen neemt toe. Maar liefst 90% van de ouderen van 75 jaar of ouder heeft 1 of meerdere chronische aandoeningen. De meeste ouderen wonen zelfstandig. “Bijna iedereen heeft wel een persoonlijk verhaal als je het over dit onderwerp hebt. Ze zijn bijvoorbeeld zelf een oudere met gezondheidsproblemen of een mantelzorger van een oudere die steeds meer steun nodig heeft. De professional die steeds meer zorg en hulp levert bij de ouderen thuis.“

Het overheidsbeleid in Nederland is erop gericht langdurige zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen te vervangen door ondersteuning thuis. In 2030 wil de overheid dat de zorg in 50% of meer van de gevallen in de eigen leefomgeving wordt georganiseerd. Dat vraagt om meer samenwerking tussen familie, vrienden en vrijwilligers (de informele zorg) met ook professionals als verpleegkundigen, hulpverleners en zelfs de fysiotherapeut (de formele zorg). Samen vormen ze het zorgnetwerk.

Promotieonderzoek
“Met het zorgnetwerk wil je de ondersteuning zo vorm geven, dat een oudere gezondheid en kwaliteit van leven ervaart”, vertelt programmamanager Wendy Kemper-Koebrugge. In haar promotieonderzoek ‘Improving the functioning of care networks of home-dwelling older adults’, kijkt Wendy naar netwerkgerelateerde acties die het functioneren van dit zorgnetwerk verbeteren. Ook onderzocht ze hoe professionals hierbij kunnen helpen. “Dit is nodig, want de komende jaren zijn er meer bezuinigingen in de zorg en we zien steeds meer personeelstekorten.”

Interactie
“Om ouderen effectiever te ondersteunen, is het belangrijk dat ouderen, informeel zorgverleners en professionals afstemmen, samen beslissen en zoeken naar meer of andere hulp als dit nodig is”, vertelt Wendy. “In dit onderzoek staat de interactie tussen de formele-en informele zorgverleners in zorgnetwerken centraal.” Wendy onderzocht het huidige functioneren van zorgnetwerken in 3 studies. De resultaten van deze studies gebruikte ze om een trainingsprogramma voor formele zorgverleners te ontwikkelen, met bijbehorende instrumenten.

Niet alle mogelijkheden netwerk benut
Bij het onderzoeken van de huidige situatie, zag Wendy dat professionals niet alle (potentiële) hulpbronnen benutten als ze navigeren in hun netwerk. “Ze kijken naar de organisaties die ze vaker spreken.” In gesprekken met de oudere, een informeel zorgverlener en een professional in 19 zorgnetwerken, zag Wendy dat veel zorgnetwerken incident gedreven zijn. “Ze blussen vooral brandjes. De oudere valt, dus we moeten wat. Dit wil niet zeggen dat het zorgnetwerk verbonden is. De vraag is: hoe komt het zorgnetwerk bij elkaar?” Daarin helpt het om vanuit netwerkprincipes te handelen, zoals bijvoorbeeld het betrekken van de gouden driehoek. “Consequent de professionals, de informele zorg én de oudere betrekken, zodat je nooit een perspectief mist. Ook die van de oudere, het gaat immers om diens kwaliteit van leven”, legt Wendy uit.

Wederkerigheid
Goede interactie tussen de leden van het zorgnetwerk is daarbij essentieel. Een van de studies bracht een aantal netwerktypen in kaart. “2 netwerktypen gaven geen steun, zoals een worstelend netwerk of een vermijdend netwerk.” Het superhelpernetwerk daarentegen geeft wel steun, maar is kwetsbaar. “Hierin heeft 1 persoon die de coordinatie overgenomen. Deze superhelper moet het dan wel volhouden en de rest niet op afstand zetten.” Wendy concludeerde een generatief netwerk het beste past bij de participatiemaatschappij. “In dit netwerk zijn er 2 kringen om de oudere heen. In de binnenste kring zijn mensen die actief helpen. Daaromheen is een kring waar je gemakkelijk een beroep op kunt doen, bijvoorbeeld mensen uit clubs waar de oudere vroeger lid van was. In dit type netwerk zie je vaak veel wederkerigheid. Als het zorgnetwerk op de juiste manier is georganiseerd, ervaart de oudere veel steun door de mensen achter hem. Maar we zijn ons te weinig bewust dat we deze netwerken in stand moeten houden als een oudere kwetsbaarder wordt (en zich vaak terugtrekt).”

Handvatten en trainingen
De 3 studies beschreven de huidige situatie. De vraag daarna: hoe verbeter je dit? Wendy vertelt: “De handvatten en trainingen werden door 21 professionals in elk 3 zorgnetwerken zijn getest.” De trainingen en handvatten gaan over hoe professionals een zorgnetwerk analyseren. Hierbij maken ze gebruik van bijvoorbeeld reflectietools en gesprekstools. “Met de bruikbaarheidsstudie gaven de professionals aan of ze het zagen zitten om met de tools te werken”, legt Wendy uit. Dit bleek het geval, de professionals vonden het waardevol.

Zelf navigeren
“Professionals kregen vaak vragen over de mensen in het zorgnetwerk, maar hadden niet de handvatten om dat goed in beeld te brengen. Nu met bijvoorbeeld de gesprekstools, hadden ze dat wel”, zegt Wendy. Ze geeft een voorbeeld over een verpleegkundige die een mevrouw kende die altijd wat passief was. Ze voerde een kort gesprek over haar wie of wat haar steunde en daarna een gesprek over de uitkomsten. Wendy: “De vrouw herkende de uitkomsten. Ze gaf aan altijd meer om dieren te geven dan om mensen. Het zette haar aan het denken en toen een buurvrouw een jonge hond kreeg, heeft ze haar aangesproken. De vrouw is zelf gaan navigeren. Ze gingen samen het hondje opvoeden. Binnen 2 maanden was haar gezondheid verbetert kreeg ze meer contacten en verbeterde de relatie met haar familie, omdat ze meer te delen had. De verpleegkundige gaf aan dat ze met de tools andere kapstokjes vond. Als 2 keer een kort gesprek al zo’n resultaat oplevert, dan laten we vast nog meer kansen liggen.”

Kansen Zorgalliantie
Wendy gaat verder: “Mijn ideaalbeeld is dat de professional al bij de eerste keer dat hij of zij een client ontmoet, het zorgnetwerk analyseert en organiseert. Dan heb je er het meeste profijt van.” Dan is het wel belangrijk dat de professionals de handvatten en tools in handen heeft. Daarin ziet Wendy kansen voor de Zorgalliantie. “We hebben het bij de Zorgalliantie vaak over een gemeenschap waarin de inwoner het zelf redt. Dat vraag erom dat hij zijn zorgnetwerk goed organiseert. Daarbij kan de professional helpen het goed te doen. Ook de informeel zorgverlener moet iets in handen hebben om daarbij te helpen. Een gereedschapskist vol hulpmiddelen, simpel, toegankelijk en in makkelijke taal.”

Ook ziet Wendy dat de leden van de Zorgalliantie kunnen helpen bij het verbinden in de wijk. “Uiteindelijk wil je dat wat in de wijk ontwikkeld wordt, ten goede komt van de individu. Zij stellen niet altijd een vraag, weten niet altijd de weg, hoe maken ze de verbinding met de juiste mensen in de wijk? Daar komen onze partners in beeld.”

Verdediging proefschrift
Wendy verdedigt haar proefschrift: ‘Improving the functioning of care networks of home-dwelling older adults’ aan de Radboud Universiteit Nijmegen op donderdag 28 april 2022 om 10.30 uur. Wil je erbij zijn? Bekijk de informatie op de site van de RU.

Download hier de publieksversie van het proefschrift.

Het promotieonderzoek vond plaats binnen de lectoraten Organisatie van Zorg en Dienstverlening en Innovatie in de Care van de HAN. Wendy Kemper wordt begeleid door:

Meer over het onderzoek: