Netwerkleren: Hoe maak je het onzichtbare zichtbaar?
Door Wendy Kemper
Een inclusieve samenleving, dementievriendelijke wijken, ouderen die langer thuis blijven wonen. Het is de toekomst van de wonen, welzijn en zorg. Een toekomst die je niet als organisatie alleen kunt waarmaken. Daarvoor heb je andere partijen nodig; een netwerk. Een netwerk dat met elkaar zoekt naar oplossingen, dat van en met elkaar leert. Maar hoe faciliteer je dat netwerkleren? En hoe maak datgene wat je hebt geleerd aan elkaar en de buitenwereld zichtbaar? Tijdens de themadag Permanent Leren van Zorgpact gaf ik namens de Zorgalliantie (koploper in het Zorgpact) een pitch waarin deze twee vragen centraal stonden.
Leren door te doen
Ga er maar aan staan. 30 partijen die met en van elkaar willen leren. Hoe leid je dat in goede banen? Binnen de zorgallliantie hebben we daarvoor onze visie op netwerkleren ontwikkeld, waarin de begrippen arena en tribune een grote rol spelen. Het begint met een vraagstuk van een van de partijen. Zo kwam een gespecialiseerde zorginstelling voor jongeren met problemen laatst met de vraag hoe zij hun jongeren konden laten sporten bij een gewone club in de wijk.
Zo’n vraagstuk gaat heel veel betrokken iets aan. Niet alleen de zorginstelling zelf, haar medewerkers, maar ook de wijk, de sportclub en de (vaak vrijwillige) trainer. Deze partijen gaan met elkaar experimenteren, waarbij elke partij zich op een ander aspect richt. De een neemt bijvoorbeeld het vraagstuk over het (zelfstandig) vervoer van de jongeren naar de sportclub op zich, de ander richt zich op wat het betekent voor zorgmedewerkers om vrijetijdsbesteding integraler te verwerken in een behandelplan. Dat experimenteren noemen we de arena. De plek waar je leert door te doen.
Leren door te kijken
Rondom de arena staat de tribune. Bestemd voor andere organisaties die willen leren door te kijken. Organisaties die met een soortgelijk vraagstuk worstelen, maar andere prioriteiten of omstandigheden in hun organisatie niet mee kunnen doen met het experiment. Zij kijken mee en denken mee. Op speciale bijeenkomsten reflecteren de experimenterende en kijkende partijen met elkaar. En waar het kan wordt er iets gedeeld binnen het grotere netwerk. Bijvoorbeeld via beeldmateriaal op de e-community, een workshop of een zorgalliantiecafé.
Leerrendement zichtbaar maken
Het mooie van de tribune is dat het twee functies heeft. Het stelt niet alleen andere partijen in staat om te leren door mee te kijken, het maakt ook naar de buitenwereld zichtbaar wat er gebeurt. Want als het om leerrendement gaat, zijn we van nature geneigd ons te richten op de concrete uitkomsten. Denk aan de vragenlijst die we hebben ontwikkeld of de hoeveelheid bijeenkomsten die we hebben georganiseerd. Maar wat partijen daadwerkelijk leren, is niet direct zichtbaar: de inspiratie die ze opdoen, de ontmoeting, het kennis nemen van. Door de buitenwereld een plaats op de tribune te geven, zien zij ook wat er ondergronds gebeurt.
Het proces laten zien en de verhalen vertellen
Naast de tribune proberen we dat leerrendement ook op andere manieren zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld door ons niet blind te staren op de resultaten, maar juist de focus te leggen op het proces. Door na te gaan waar de beweging is ontstaan. Waar iets in een stroomversnelling is gekomen en waar het stil staat. En door op individueel niveau de verhalen te vertellen die achter de cijfers schuilgaan. Wat betekent het experiment voor bijvoorbeeld de cliënt of de zorgprofessional?
Met elkaar denken in kansen
De tools zijn er. Toch blijft netwerkleren af en toe lastig. Ook voor ons als netwerk van de zorgalliantie. Maar zo lang je als netwerk blijft denken in kansen en niet in beperkingen en de netwerkpartijen inzien dat ze elkaar nodig hebben om verder te komen, overwin je ook de hobbels. En wordt de nieuwe toekomst van de zorg steeds meer realiteit.