Meedoen in de buurt voor statushouders Gemert-Bakel

Statushouders willen meer mensen leren kennen in de gemeente waar ze een woning krijgen. Dat is de belangrijkste uitkomst van onderzoeken door studenten van de HAN in de gemeente Gemert-Bakel. Er is vooral behoefte aan contact met autochtone inwoners. Om daarin te ondersteunen is er vanuit de welzijnsorganisatie LEVgroep een grote groep vrijwilligers actief. Op 15 april volgden de vrijwilligers een training om sociale netwerken van statushouders te vergroten in de buurt waar ze wonen.

De vrijwilligers in de gemeente Gemert-Bakel zijn heel actief. Ze helpen de statushouders met het leren van de Nederlandse taal en het wegwijs maken in de samenleving (door individuele maatschappelijke begeleiding in de eerste periode en later bij het spreekuur). Maar is nog weinig aandacht voor het meedoen in de buurt of de vrije tijd van de statushouders, terwijl hier een duidelijke vraag ligt.

Training vrijwilligers

Aan de hand van handreiking ‘In verbinding met de wijk’ (zie afbeelding) liet HAN-onderzoeker Annica Brummel de vrijwilligers kennismaken met verschillende werkvormen en stappen voor statushouders om mee te doen en erbij te horen. In tweetallen hebben ze hun sociale netwerk in kaart gebracht. In de groep zijn elkaars talenten benoemd. Beide werkvormen zijn een eerste start om het sociale netwerk te vergroten.

Als laatste was er aandacht voor de impact van beeldvorming ten aanzien van statushouders op meedoen in de buurt. Met het spel ‘over de streep’ is gesproken over het soort contact in de buurt. Ook bespraken ze wat het voor iedereen betekent om er wel of niet bij te horen. Er werden voorbeelden gedeeld door vrijwilligers die niet oorspronkelijk uit de gemeente komen. Zij vertelden over hun eigen zoektocht om er bij te horen.

Sociaal netwerk belangrijk

De buurt is een belangrijke plek om sociale netwerken op te bouwen, ook voor statushouders. Er zijn verschillende manieren waarop mensen in de buurt of wijk mee kunnen doen. Denk hierbij aan de sociale rol van buurman of buurvrouw, bezoeker aan een rommelmarkt of vrijwilliger worden bij een buurtcentrum. Tijdens de training warden enkele voorbeelden genoemd. Eén vrijwilliger was taalcoach en heeft haar taalmaatje meegenomen naar een kinderactiviteit. Het taalmaatje is daar nu ook vrijwilliger geworden. Een andere vrijwillige taalcoach is ook dorpsondersteuner in Gemert-Bakel en heeft gezorgd dat twee statushouders nu als vrijwilliger in de weggeefwinkel werken.

Actief meedoen in de buurt levert niet alleen een groter sociaal netwerk op, mensen ontwikkelen hun talenten, verbeteren de taal en geven hun leven weer betekenis. Meedoen aan de buurt kan ook bijdragen aan het vergroten van kansen op de arbeidsmarkt.

Hoe nu verder?

De vrijwilligers en een medewerker van de LEVgroep zagen dat de meeste inzet rondom statushouders individueel is geregeld. Om meer te bereiken is het een wens om activiteiten centraal of in een groep te organiseren. De taalcoaches kunnen bijvoorbeeld samen met hun taalmaatjes per wijk of buurt afspreken.

Er is ook behoefte aan meer informatie bij de vrijwilligers over activiteiten in de gemeente waar statushouders aan kunnen sluiten. De verbinding met bijvoorbeeld de dorpsondersteuners is erg waardevol. De vrijwilligers geven ook aan dat ze het niet alleen kunnen en dat samenwerking met, en ondersteuning van, professionals wenselijk is. Want meedoen vraagt niet alleen iets van de statushouders, maar van ons allemaal!