“Het gesprek voeren over de woonzorgopgave”
Nederland vergrijst. In 2040 zijn er twee keer zoveel 75+’ers als nu. Die ook nog eens veel langer zelfstandig thuis wonen. Dat vraagt om actie op het gebied van wonen, zorg en welzijn. De Taskforce Wonen en Zorg stimuleert en ondersteunt gemeenten, woningcorporaties, zorgorganisaties en andere partners bij een gezamenlijke aanpak van deze opgave. Wendy Kemper (programma-manager Zorgalliantie) en Ronald Leushuis (bestuurder woningcorporatie Talis) gingen met elkaar in gesprek over de woonzorgopgave waar we voor staan.
Meer aandacht
De Taskforce Wonen en Zorg heeft een groot netwerk van ambassadeurs die het gesprek van de woonzorgopgave op regionaal en lokaal niveau aanjagen. Wat drijft Ronald Leushuis om zich te verbinden als ambassadeur aan de Taskforce? “Ik beschouw de vergrijzing en de toenemende zorgvragen als één van de grootste vraagstukken voor de komende vijftien tot twintig jaar. Misschien nog wel groter dan de verduurzaming. Maar dit vraagstuk krijgt naar mijn mening nog niet de aandacht die het verdient. De bewustwording van wat dit betekent voor onze wijken en hoe we met elkaar moeten omgaan in de samenleving moet sterk vergroot worden.”
Woningcorporatie Talis bouwt, verhuurt en beheert zo’n 16.000 woningen in de regio Nijmegen en Wijchen. “Als ik het meer naar Talis vertaal”, geeft Leushuis aan, “dan zie ik dat de gemiddelde leeftijd van onze huurders de komende jaren oploopt. Dit betekent wat voor de kwaliteit en levensloopgeschiktheid van onze woningen. Combineer dat met de bewegingen in de zorg, de extramuralisering, dan moeten we meer het gesprek voeren over hoe we omgaan met de steeds grotere groep kwetsbare mensen in de wijken. Ze zeggen weleens dat de maatschappij zich leert kennen door hoe ze met hun ouderen omgaan. Ik vind dat er nog wel meer aandacht mag uitgaan naar hoe wij dit maatschappelijk met elkaar doen.”
Urgentie
De Zorgalliantie/Krachtige Kernen heeft zich begin van dit jaar aangesloten bij de Taskforce en speelt een actieve rol in onder andere het organiseren van de bijeenkomsten. Wat is hun motivatie hiervoor?
“In het netwerk van woningcorporaties, welzijnsorganisaties, zorgorganisaties en onderwijs is dit thema urgent. Het is één van de vraagstukken waar je met elkaar wat te leren hebt en als kennisorganisatie willen we hier aan bijdragen,” geeft Wendy Kemper aan. “Volgens mij is dat ook de manier waarop je in een netwerk wil samenwerken. De Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) geeft in haar nieuwe koersplan 2022-2028 ook duidelijk aan dat de hogeschool wil bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken en zich stevig gaat neerzetten als kennisinstelling.” De afgelopen jaren heeft Kemper haar promotie-onderzoek in de ouderenzorg gedaan en gekeken naar hoe ouderen samen met familie en professionals de onderwerpen wonen en zorg bespreken. Kemper: “Dan gaat het over waar ze nu wonen, of ze er kunnen blijven wonen, of waar ze naartoe moeten als ze er niet langer kunnen wonen. Ik zie hoe moeizaam men dat gesprek vindt, ook omdat ze bijna geen andere optie zien dan een verpleeghuis. We gaan steeds meer zien hoe groot deze urgentie is, want het loopt al op veel plekken vast. Er gaapt een groot gat tussen zelfstandig wonen en het verpleeghuis.”
Allianties
Gemeenten, corporaties en zorgorganisaties breken zich nu al het hoofd over het vinden van geschikte woningen voor mensen die uitstromen uit beschermd wonen en maatschappelijke opvang, statushouders en dak- en thuislozen. En dan staat de vergrijzing er nog aan te komen. Leushuis: “Ik denk dat wij als corporatie al behoorlijk veel stappen hadden gezet in het creëren van allerlei allianties om rondom dit vraagstuk tot andere vormen van oplossingen of inzicht te komen. Wij werken in de regio heel intensief samen met een aantal grote partijen, zoals zorgorganisaties en welzijnsorganisaties, op dit thema. We zijn ook participant van de Zorgalliantie, omdat we denken dat we daarin iets te brengen hebben. Wat wij daarin te halen hebben, is de boodschap verder te verbreden en de opgave samen op meerdere podia onder de aandacht te brengen. We maken de verbinding naar de HAN als kennisinstelling, omdat ik denk dat veel kennis nog onvoldoende ontsloten is om over dit thema het goede gesprek te voeren.”
Gat tussen strategie en operatie
Tien jaar geleden kwam de grote ingreep in de financieringsverhoudingen tussen het Rijk en de lokale overheid. Deze decentralisatie veranderde ook de opgaven. Dit had tot gevolg dat zorgorganisaties gingen fuseren en groter werden. Dit geldt ook voor woningcorporaties en gemeenten. “En daarmee ontstaat een nieuwe discussie”, geeft Leushuis aan. “De logische ordening en demarcatie op hoe je met elkaar samenwerkt op het maatschappelijk middenveld is zwaar onder druk komen te staan. En waar uitvoerende medewerkers elkaar binnen de gemeentegrenzen of op buurtniveau goed weten te vinden, zien we dat dit niet altijd vanzelfsprekend is als het gaat om visie en strategievorming aan de bestuurlijke tafels. En ondanks dat we zeggen dat we lokaal verankerd zijn, is het gewoon ingewikkeld om het bestuurlijke gesprek met elkaar te voeren om die beleidsvorming beter met elkaar af te stemmen. Volgens mij zit hier een belangrijk vraagstuk, dat we opnieuw moeten herijken. De problemen ontstaan naarmate bestuurders in beleids- en strategievorming elkaar niet meer beïnvloeden en geen ruimte geven. Daar zit volgens mij een gat tussen strategie en operatie: er ontbreekt organiserend vermogen tussen visievorming voor bijvoorbeeld vijf provincies en wat dit dan voor de lokale operatie betekent.”
Samenwerken
Gelukkig gaat de samenwerking op veel terreinen ook heel goed. Leushuis: “Als ik het wat preciezer definieer, dan zit het vooral in die bestuurlijke, beleidsmatige kanten. Het gaat dan om wat je in eigen organisatie niet automatisch goed doet, maar waar je andere bij nodig hebt. Dit noem ik grensvlakken.
En op die grensvlakken moet je het goed organiseren en elkaar weten vinden. Dat vind ik echt de bestuurlijke vraagstukken.” Een voorbeeld van samenwerking is het tekenen van het huurcontract op naam van de instelling. RIBW en woningcorporaties Woonwaarts en Talis sloegen de handen ineen om te stoppen met deze bureaucratische regeling. De huurder huurt nu rechtstreeks van de corporatie zonder tussenkomst van de instelling. Leushuis: “Het klinkt simpel, maar je komt hier alleen uit als bestuurders bij elkaar gaan zitten, op deze grensvlakken het gesprek voeren en vervolgens met elkaar tot een besluit komen.”
Nieuwe woonvormen
De verwachting is dat het tekort aan levensloopgeschikte woningen in de komende twintig jaar oploopt tot 400.000. Lange tijd leek nieuwbouw het enige antwoord. “Ik zag in de krant een foto van een broer en zus die een huurcontract ondertekenden, zodat ze samen een huurwoning konden gaan delen”, vertelt Kemper. “Dat vind ik een mooi voorbeeld van hoe andere doelgroepen terecht kunnen in een eengezinswoning”. Leushuis: “Grote eengezinswoningen zijn bedoeld voor gezinnen, maar wij verhuren inmiddels zo rond de 80% aan een- en tweepersoonshuishoudens. Dat betekent dat je anders moet nadenken over hoe je de bestaande woningen kunt inzetten. Door woningen te splitsen, waarbij elke bewoner beschikt over een afsluitbare slaapkamer en eigen badkamer, maak je de grotere eengezinswoning geschikt voor meer bewoners. Het concept heeft maatschappelijk ook allerlei voordelen. Het doet wat in de eenzaamheid. Je organiseert een stukje nabijheid met behoud van zelfstandigheid.”
Naoberschap
Talis bouwt ook met diverse zorgorganisaties aan nieuwe woonvormen. Wendy: “Bij het bouwen moet je er rekening mee houden, dat de zorg anders moet worden ingericht. Er zijn anders niet voldoende mensen om de zorg te verlenen.” Talis zet zich samen met zorgorganisaties in om mensen met een zorgvraag onderdeel te laten zijn van een gemeenschap. Om plekken te creëren waar mensen naar elkaar omkijken. Bijvoorbeeld door ’s middags samen een spelletje te doen of een wandeling te maken met de andere bewoners. Leushuis: “Dit is een nieuwe vorm van noaberschap, waar mensen een bijdrage leveren aan de wijk of buurt waar ze wonen. Ik denk dat veel mensen best bereid zijn om iets voor een ander te doen, als ze ook makkelijk in de gelegenheid worden gesteld om dat te doen. Het helpt als wij vanuit de corporatie of zorgorganisatie hier een eerste aanzet toe doen. Het maatschappelijke appèl op wederkerigheid mogen we best wat zwaarder inzetten. Duiding geven aan wat het betekent als je in een buurt of gebouw komt wonen. Wat mogen we van jou verlangen en wat krijg je ervoor terug? Dat zou een mooi gesprek zijn waar veel mensen volgens mij helemaal niet voor weglopen.”
Uit het promotieonderzoek van Kemper blijkt dat ouderen ook heel erg op zoek zijn naar wat ze voor een ander kunnen doen. Kemper: “Als je fysiek of mentaal kwetsbaar wordt, moet je blijven zoeken naar wederkerigheid; dus naar wat je wel voor elkaar kunt doen. Dan krijg je ook gezondere ouderen; omdat ze deel uitmaken van een gemeenschap. Ze kunnen dan op mentaal gebied dingen beter aan en dat kan dan weer zorg voorkomen.”
Voer het gesprek
De Taskforce Wonen en Zorg wil dat overal in het land gemeenten, woningcorporaties, welzijnsorganisaties en zorgorganisaties met elkaar in gesprek gaan over de omvang en de aanpak van de woonzorgopgaven. Leushuis: “Het is ongelooflijk belangrijk dat bestuurders en beleidsmakers met elkaar het goede gesprek voeren en de tijd nemen om daar met elkaar op te reflecteren, zonder dat je daar gelijk een KPI discussie van maakt. Dit vraagt de komende tien of vijftien jaar om een andere mindset. Het moet niet gaan om het afvinken van acties, maar leg eens een rapport over de toekomst van de zorg of het laatste rapport van het CBS op tafel en heb met elkaar het gesprek daarover. Het feit dat we ouder worden, daar kan natuurlijk niemand iets op tegen hebben. Maar we moeten het goede gesprek voeren over wat dit betekent voor hoe we in de maatschappij met elkaar omgaan.”
Kemper: “Deze samenwerking is een mooi voorbeeld hoe we als Zorgalliantie bijdragen aan de vraagstukken waar onze participanten voor staan en hoe we als kennisinstelling HAN ook kunnen bijdragen aan transformatie in de regio.”
Meer weten?
– 19-01 : komende bestuurdersbijeenkomst Taskforce
– meer over de Taskforce Wonen en Zorg
– Over corporatie Talis