Jan van Vucht (Area) voorstander van samenwerking: “Je hebt elkaar nodig”
Woningcorporatie Area is onlangs aangesloten bij de Zorgalliantie. Voor Jan van Vucht, directeur-bestuurder bij Area, een logische stap. Van Vucht: “De problemen zijn zo complex tegenwoordig, je redt het niet meer alleen als woningcorporatie. Je hebt elkaar nodig en daarom zoeken we de samenwerking op.”
Area heeft 8500 woningen in Uden en Meierijstad. Ooit begonnen in 1919 als R.K. Bouwvereniging “St. Lambertus” te Veghel, sinds 2012 onder de naam Area, toen SVUwonen uit Uden en Woonbelang Veghel fuseerden. Sinds die dag is Jan van Vucht directeur-bestuurder. “Ik werk hier nog elke dag met plezier. Het is een mooi vak, je komt veel verschillende mensen tegen; bestuurders, politici, aannemers, maatschappelijke organisaties, lastige en aardige huurders. Er gebeurt van alles.”
Meer sociale huurwoningen nodig
In de jaren is er veel veranderd. De nieuwe woningwet, die de teugels voor corporaties aanhaalde; de verhuurdersheffing, waarmee het Rijk vele miljarden van de corporaties roofde; het zijn geen zaken waar Van Vucht met plezier aan denkt. “Je hoort verhalen uit bijvoorbeeld Amsterdam dat woningcorporaties door de verhuurdersheffing gedwongen zijn om woningen te verkopen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Sociale huurwoningen zijn nodig. Steeds meer doelgroepen komen op ons af; starters, statushouders, senioren die niet meer naar verpleeghuis kunnen, mensen met een rugzakje, die niet meer bij GGZ-instellingen terecht kunnen, mensen met een beperking, ze komen allemaal bij de woningcorporatie terecht”, vertelt Van Vucht.
Bewoners bepalen zelf
Woningnood is een belangrijk thema waar Area op inspeelt. “Er zijn nog steeds te weinig woningen. We kijken naar nieuwe woonconcepten, die we graag in een alliantie willen oppakken.” Als voorbeeld van een nieuw woonconcept noemt Van Vucht een school in Veghel die ze onlangs verbouwd hebben. “We maken er appartementen. Voordat we gingen verbouwen, hebben we eerst de bewoners gekozen. Zij dachten mee over hoe ze wilden wonen. We hadden een puntensysteem bedacht: hoe meer tijd je in het meedenken over de verbouwing stak, hoe meer punten je kreeg. Op basis van dat systeem kom je in aanmerking voor een woning, een beloning.”
De toekomstige bewoners hadden veel ideeën. Er waren 50 mensen die interesse hadden, maar 20 klaslokalen. Area wilde een stuk aanbouwen, maar de bewoners wilden graag de oude eik buiten bewaren, als een gezamenlijke ontmoetingsplek. Van Vucht: “Kan er niet een verdieping bovenop, vroegen de bewoners. Technisch gezien kon dat, dan werd het wel iets duurder. We hebben een heel ander plan gekregen door inspraak van de bewoners. Ik zou het mooi vinden als we meer van dit soort initiatieven krijgen. Dat hoeft niet alleen maar bij het bouwen van woningen te zijn. Je kunt ook van een gemeenschappelijk stukje groen een moestuin maken bijvoorbeeld.”
Toekomst voor collectief wonen
Van Vucht ziet dan ook toekomst in dorpscorporaties en collectief wonen en vindt het dan ook interessant dat de Zorgalliantie collectief wonen als nieuw thema heeft gekozen. Als voorbeeld noemt hij de Knarrenhof, een woonconcept waar senioren in een hofje wonen. Zelfstandig, maar dichtbij elkaar. Een concept van veilig wonen met veel privacy en tegelijkertijd voordelen van samenwoning. “De initiatiefnemers dachten: nu zijn we nog vitaal, maar dat gaat langzamerhand steeds minder worden. Laten we elkaar helpen. Ik denk dat dit steeds meer gaat gebeuren”, zegt Van Vucht.
Dorpallianties om leefbaarheid te verbeteren
Als voorbeeld van sociale innovatie noemt hij Boerdonk, een klein dorp in Meierijstad. “De laatste kroeg ging dicht. Een droevig moment. Een aantal Boerdonkers stoken de handen ineen en begonnen een corporatie om de kroeg op te kopen. Ze hebben allemaal 10.000 euro bij elkaar gelegd en de kroeg gekocht.” Ze kregen de smaak te pakken. Van Vucht: “De school staat op instorten, de kerk staat leeg, het dorpscentrum kraakt, er staan woningen op de nominatie om gesloopt te worden.” De volgende stap was om een dorpscorporatie oprichten. Area steunde dit initiatief. “Maak maar een plan en wij doen wel mee, zeiden we. Als we onze woningen slopen, wat willen ze dan terug? Nieuwe woningen? Waar moeten die aan voldoen? Of moeten ze soms op een andere plek? Dit soort dorpsallianties, dat is toch mooi!”
Complexe vraagstukken: allianties bouwen
“De vraagstukken zijn zo complex, je moet de samenwerking opzoeken, allianties bouwen”, legt Van Vucht uit. Dat doet Area bijvoorbeeld ook als het gaat over leefbaarheid in de wijk. Met de gemeente en politie kijkt Area naar problemen rondom criminaliteit en woonfraude. “En met welzijnsinstellingen, zorginstellingen en de gemeente willen we de leefbaarheid op pijl brengen. Bijvoorbeeld in wijken waar veel jongerenproblematiek is, dan komen de jeugdwerkers in beeld.”
De leefbaarheid pakt Area aan in allianties. Van Vucht geeft als voorbeeld het Netwerk van voorzieningen in Uden, waar bewoners, gemeente, GGZ Oost-Brabant, Brabantzorg, Area en ONS welzijn werken aan het beter maken van wijken en Leefgoed Veghel, een concept voor wonen, werken, leren en (be)leven. Van Vucht: “Je leert van elkaar, dat je weet hoe het werkt bij een ander, hoe het leven is in de wijk. Je hoeft ook niet telkens opnieuw het wiel uit te vinden.”
Juist dat laatste spreekt Van Vucht aan als hij denkt aan de samenwerking met de Zorgalliantie/Krachtige Kernen. Als voorstander van allianties, hoopt hij brede thema’s zoals collectief wonen en innovatie samen op te pakken. En hij kijkt ook uit naar de komst van Leerkring Uden, om vraagstukken te onderzoeken en de studenten fris te laten kijken in de “allermooiste organisatie die er bestaat”, zegt Van Vucht trots.