“Technologie maakt de zorg menselijker”
“Over 10 jaar kopen we zorgtechnologie gedachteloos bij de woonwinkel,” vertelt Marian Adriaansen, lector Innovatie in de Care aan de HAN. “Dan zijn het gebruiksvoorwerpen die je zelf aanschaft. Maar daar zijn we nog niet.”
Vanuit het kenniscentrum Duurzame Zorg ondersteunt Marian Adriaansen de Zorgalliantie bij inhoudelijke thema’s over innovatie in de zorg. “Zorgorganisaties hebben het allemaal opgenomen in hun missie: meer ruimte voor innovaties en zorgtechnologie. Dat is al een hele stap vergeleken met 10 jaar terug. Toch zijn veel zorgprofessionals nog steeds sceptisch tegenover het gebruik van technologie. Dat technologie de zorg onmenselijker maakt en banen afneemt. Of dat technologie heel ingewikkeld is. En als ze er wel voor openstaan, hebben ze torenhoge verwachtingen, denk aan menselijke robots die een gesprek kunnen voeren. Dit is niet gebaseerd op de werkelijkheid of ervaringen. Pas als de professionals echt met zorgtechnologie aan de slag gaan, zien ze de meerwaarde.”
Vreugde bij de patiënt
Om er daadwerkelijk mee aan de slag te gaan, dat is een hele stap. Zorgprofessionals zeggen vaak dat de patiënten toch niet zitten te wachten op al die technologie. “Terwijl een patiënt of mantelzorger er vaak juist wél interesse in heeft. En als ze zien wat voor vreugde het de patiënt brengt als hij weer dingen zelf kan, dan zijn ze gauw om. Dat is toch waar je het voor doet.”
Dat zagen het Lectoraat en de Zorgalliantie ook als een kans: de regie teruggeven aan de patiënt. Zij werkten samen in de proeftuin Tinybots. “Een paar jaar terug zagen we kansen voor robot Tessa bij patiënten met het syndroom van Korsakov en mensen met dementie.” Als gevolg van hersenbeschadiging hebben deze patiënten vaak moeite met het plannen en organiseren van het dagelijks leven. De sociale robot Tessa ondersteunt bij de dagelijkse structuur en geeft suggesties voor activiteiten. “Het zorgpersoneel was in eerste instantie niet enthousiast, ze vonden het niet nodig.” Maar de patiënten waren blij met de robot.
Stekker uit Tessa
De tinybot Tessa is klein en goedkoop in productie, dus geschikt voor gebruik in een thuissituatie. “De robots werden door studenten geplaatst, de ontwikkelaars hadden een stappenplan bedacht, volgens hen heel simpel en vanzelfsprekend. Maar de professionals en studenten vonden het juist ingewikkeld. Ook waren er situaties die vooraf niet verwacht waren. Ouderen die de stekker van Tessa eruit trokken als ze gingen slapen, waardoor het robotje niet meer werkte en gereset moest worden. Of het ontbreken van wifi bij mensen thuis. Daarom is het logischer om zorgtechnologie samen met de zorgverleners te ontwikkelen. Zij weten beter wat de mogelijkheden en beperkingen zijn.”
Knuffelen met een robotzeehond
In verpleeghuizen zijn zorgverleners al meer betrokken bij de inzet van zorgtechnologie. Hier wordt techniek vooral ingezet voor het ondersteunen van leefplezier. “In deze organisaties is het belangrijk om te zorgen dat het proces rondom technologie is verankerd in de zorgprocessen. Wat als de bewoner met een chip in de schoen zonder schoenen naar buiten gaat? Wat als een bewoner de robotzeehond Paro niet meer wil delen met andere bewoners? Wanneer wordt de tovertafel ingezet? Er zijn veel mooie devices, maar je moet er op bedacht zijn dat niet alle technologie zo wordt gebruikt als je wenst. Het kost ook veel tijd om technologie eigen te maken. Het is een investering. Maar uiteindelijk levert het ook tijd op.”
Die tijdwinst ziet Marian vooral terug in de ziekenhuizen. “In Rotterdam investeren ze bijvoorbeeld in slimme bedden die vitale functies meten. Dankzij de sensoren in de bedden kunnen ze op tijd zien wanneer een patiënt terugval krijgt en naar de intensive care afdeling moet.” Ook meten patiënten zelf de pijn. Als de pijnmeting te hoog is, krijg de verpleegkundige een signaal. “Technologie maakt de zorg nauwkeuriger. Mensen maken nou eenmaal fouten.” Dat wil niet zeggen dat technische middelen de heilige graal zijn. “Technologie maakt de zorg duurder. En de zorg is al erg duur. Ook is er natuurlijk een privacy kwestie. Door deze innovaties wordt veel van je data verzameld en vastgelegd. Hoe gaan we daar goed mee om? Het zijn vraagstukken waar we nog niet altijd antwoord op hebben.”
Meer tijd voor een praatje
Veel technologie en verantwoordelijkheden komen bij de cliënten en patiënten zelf te liggen. De nadruk komt meer op zelfzorg, het zelf toedienen van medicatie en het zelf meten van waarden. “Dit betekent wel wat voor de verpleegkundigen. Studenten zijn zo trots als ze een technische handeling kunnen, over 10 jaar doen de patiënten dat vaak zelf. De verpleegkundigen krijgen dan een meer proactieve rol. Zij moeten zelf de kamer instappen om te vragen hoe het gaat, of ze nog iets kunnen doen, zonder zo’n handeling als aanleiding. Juist door technologie, komt er weer ruimte voor meer menselijk contact. Even een praatje maken, zonder dingen te moeten. En dat is natuurlijk waar je het als zorgverlener voor doet.”
Over het Lectoraat Innovatie in de Care
Het Lectoraat Innovatie in de Care, verbonden aan het kenniscentrum Duurzame Zorg, doet praktijkgericht onderzoek naar hoe verpleegkundigen en paramedici ouderen en mensen met chronische aandoeningen ondersteunen bij het zo goed mogelijk zelfstandig blijven. Ook kijken ze hoe deze doelgroepen dankzij zorgprofessionals zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven behouden. Dit doen ze met onderzoek, onderwijs in interventies, technologische innovaties en methoden in de zorg voor langdurig zieken en ouderen.